donderdag 6 mei 2021

Project 300 per dag - 3 - 2021

Sierlijk is het niet. Verre van dat zelfs. Rug voorovergebogen in de sprint. Ellebogen niet naar achteren, maar naar buiten bij het rennen. Benen vormen een O. Een bonkige kop. Type havenarbeider op voetbalschoenen. En alles dat hij aanraakt, is goed. 

De pass over de grond. Perfect getimed. De bal de zestien in. De juiste snelheid. Precies in de loop. En dan: 2-1 vlak voor tijd! 

Meester in de doffe knal, de droge schuiver met rechts diagonaal in de linkerhoek, niet altijd mooi, wel 1-0. En dan weglopen zonder fratsen. Gewoon juichen, lachen met 2 armen in de lucht en blij zijn.  

Een schaver. Een bikkelaar. Buffelen. Voorop in de strijd. Altijd net op de grens. En soms eroverheen. Een vliegende tackle, een duw, een bodycheck. Obstructie! Onverstoorbaar verder. Meer schoffelen dan een medewerker groenvoorziening van de gemeente Utrecht. 

De bal door de lucht, hij springt, naast hem springt iemand mee, zijn elleboog raakt de iemand, het jukbeen kraakt, bloed loopt uit iemands slaap. Geen kaart. Geen probleem. 

Later zou hij zeggen: “Dat krijg je dus als je zo graag wil winnen dat je er alles voor wil doen.” En: “Het was een sterkte, maar soms ook een zwakte.” 

Nooit zwak. Een klootzak in het veld. Een lieverd daarbuiten. Ruwe bolster, blanke pit. Niet praten. Niet tegen zijn verlies kunnen. Zich daarvoor schamen. Daar niets aan kunnen doen. 

Type gewoon. Type leeuwenhart. Type centrale verdediger in de kelderklasse die er in een vriendschappelijke wedstrijd op veld 3 in de vrieskou van december op kletst alsof hij de Champions League finale speelt. Type zo uniek in zijn soort dat zijn naam anno nu nog wordt gebruikt in praatprogramma’s na het woord type. 

Soms als ik voetbal kijk. Correctie. Vaak als ik voetbal kijk, mis ik hem tussen de lijnen. Jan Wouters. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten